‘Als je niet integer bent, verdien je in deze branche geen bestaansrecht’: een interview met VEB-voorzitter Jan Kuipers

Jan Kuipers VEB bestuur

Met zijn jarenlange ervaring in het vak staat Jan Kuipers al acht jaar aan het roer bij de VEB. Iedere dag maakt hij zich hard voor meer onderlinge samenwerking tussen beveiligingsbedrijven en een sterke branche. En daar is hij binnenkort nog niet van plan om mee te stoppen: ‘Ik moet er niet aan denken om op een bepaald moment niets meer om handen te hebben.’ Maak kennis met VEB-voorzitter Jan Kuipers.

Hoe ben je het beveiligingsvak terechtgekomen?
‘Na mijn militaire dienstplicht, ben ik aan het werk gegaan bij een elektrotechnisch installatiebedrijf in Rotterdam’, vertelt Jan. ‘Dit bedrijf hield zich ook bezig met technische beveiligingsoplossingen, voornamelijk in de bankensector. Er werd nauw samengewerkt met de beveiligingsspecialisten van de banken. Op deze manier maakte ik kennis met het beveiligingsvak en leerde ik over het belang van vakmanschap, integriteit en vertrouwen bij een goed beveiligingsbedrijf.’

‘Ook zag ik in hoe cruciaal intermenselijke relaties zijn. Achteraf was het de perfecte leerschool. De 15 jaar die ik daar actief ben geweest, hebben een groot stempel gedrukt op de rest van mijn werk in de beveiliging. Toen ik daar vertrok, had ik alle nodige bagage om een eigen beveiligingsbedrijf op te richten. De laatste 12 jaar van mijn werkzame leven heb ik een beveiligingsbedrijf gehad in het hogere segment particulieren. Dezelfde factoren speelden hier een belangrijke rol.’

Wat vind je het leukste aan je werk?
‘Met name als zelfstandige hield ik ervan om de verwachtingen van klanten te overtreffen. Soms voerde ik gesprekken met mensen die zich echt onveilig voelden en dringend beveiliging nodig hadden. Het leukste was dan als ik na het adviseren en aanleggen hoorde dat ze zich weer veilig voelden in hun huis, en dat de getroffen beveiligingsmaatregelen naadloos aansloten bij de manier van leven.’

Wat is jouw grote missie als voorzitter van de VEB?
‘Mijn missie is om de VEB de waardering te laten krijgen die het verdient. Met een grote groep mensen hebben we er altijd hard aan gewerkt om het maatschappelijke belang van de VEB onder de aandacht te krijgen en dat gaat ons de laatste jaren steeds beter af! De markt heeft duidelijk behoefte aan een brancheorganisatie die zich optimaal inzet voor de belangen van de leden, coaching geeft en vijf dagen in de week beschikbaar is voor vragen en ondersteuning.’

Op welke prestatie met de VEB ben je het meest trots?
‘Ik ben het meest trots op de mensen om mij heen. Als voorzitter ben je misschien het gezicht van de vereniging, maar het secretariaat, de inspecteurs, coaches, het bestuur en al die andere mensen die hun bijdrage leveren aan de ontwikkeling en kwaliteit van de VEB: zij bepalen uiteindelijk het succes. Het is voor mij een eer om aan zo’n team sturing te mogen geven.’

Wat heb jij geleerd van jarenlang werken in de beveiligingsbranche? Wat zou je nog beter willen kunnen?
‘Er zijn twee dingen onmisbaar voor een goed beveiligingsbedrijf. Allereerst integriteit: als je niet integer bent, verdien je in deze branche geen bestaansrecht. Het tweede is het opbouwen, en vooral goed onderhouden, van een betrouwbaar netwerk. Een netwerk levert jou de kennis en expertise op die je zelf soms niet hebt. Door samen te werken kun je ieder beveiligingsvraagstuk oplossen. Deze vraagstukken worden alleen maar groter en complexer, je kan het als (kleine) installateur simpelweg niet meer allemaal in je eentje opknappen.’

‘Deze samenwerking tussen bedrijven kan wat mij betreft nog veel beter. De overheid stimuleert zelfregulering van de markt. En hoewel er vaak al goed onderling samengewerkt wordt, is er naar mijn mening nog veel meer ruimte voor intensievere samenwerking. Bijvoorbeeld bij de organisatie van de markt zouden wij als branche nog veel meer het heft in handen kunnen nemen. Juist dat is heel belangrijk voor het bestaansrecht van onze leden.’

Als je geen voorzitter was geweest van de VEB, wat was je dan geworden?
‘Voorzitter word je niet, daar word je voor gevraagd. En dan zijn het de leden die bepalen of je mag blijven. Ik heb het altijd een grote eer gevonden om deze rol te vervullen, en dat voor een vereniging waar ik zo trots op ben. Mijn voorzitterschap is gestart in 2014 en er is sindsdien veel goeds gebeurd. Dat krijg je alleen voor elkaar als het team om je heen gelooft dat jouw koers de juiste is.’

‘En tja, als ik geen voorzitter was geweest… Dan had ik me ongetwijfeld op een andere manier voor de beveiligingsbranche ingezet. Wat ik precies zou gaan doen weet ik niet, maar ik geloof dat zelfstandige bedrijven hun krachten moeten bundelen om samen hun eigen belangen te behartigen. Een vereniging zoals de VEB is dan ook cruciaal om de stem van de MKB-bedrijven en de kleinere zelfstandigen te laten horen.’

‘En om de vraag nog op een andere manier te beantwoorden: ik hoef geen carrière meer te maken. Ik kan me volledig focussen op de dingen die ik leuk vind om te doen. En het werk voor de VEB is daar één van. Ik moet er niet aan denken om op een bepaald moment niets meer om handen te hebben. Dat lijkt me niet goed voor mijn geest en het zou me denk ik ook heel snel oud maken. Nee, laat mij nog maar lekker druk zijn met de zaken die goed zijn voor de leden en de hele beveiligingsbranche.’

Anderen lazen ook: